Een heel grote uitdaging die veel beginnende schrijvers, maar ook auteurs die al verschillende boeken hebben geschreven, ervaren is onzekerheid bij het schrijven. Je weet niet wat je moet doen en of je überhaupt een boek kan schrijven. Je vraagt je af of iemand wel op jouw verhaal zit te wachten en hoe je van jouw verhaalidee een boek maakt. Je denkt misschien zelfs: ik kan dit helemaal niet.
Al deze gedachten blokkeren het creatieve proces en jouw drive om dat boek te schrijven. Daardoor verdwijnt jouw verhaal ergens in een mapje op jouw laptop en deel je het misschien wel nooit met de buitenwereld. En dat is zo zonde.
Laat onzekerheid jouw boekendroom niet in de weg staan. Want ook JIJ kan een boek schrijven. De tips die ik hieronder met je deel gaan je daarbij helpen.
Tip 1: lees veel andere boeken
Door het lezen van boeken leer je super veel. Zeker als je tijdens het lezen goed kijkt naar hoe een verhaal is opgebouwd en wat de auteur allemaal toepast of gebruikt in het verhaal. Kijk bijvoorbeeld eens naar:
- hoe de opbouw van het verhaal is
- hoe een dialoog wordt neergezet
- welke woorden vaak worden gebruikt
- de lengte van de hoofdstukken
- het vertelperspectief
- de tijd waarin het verhaal is geschreven (verleden tijd of juist tegenwoordige tijd)
- de personages
Vergelijk verschillende boeken eens met elkaar. Waarschijnlijk zal je heel veel verschillen tegenkomen. Door dus boeken te lezen, in bijvoorbeeld het genre waarin je zelf wil schrijven, merk je wat jij zelf prettig vindt. Door daarachter te komen, vind je je eigen schrijfstem. Ga vervolgens experimenteren met de verschillende manieren van schrijven. Wat past bij jou? Wat vind je prettig?
Tip 2: zet een goede basis neer
Je hebt twee soorten schrijvers: plotters en pantsers. Een plotter is iemand die het verhaal van tevoren helemaal uitdenkt en dit voor zichzelf inzichtelijk maakt. Daartegenover staat de pantser, die eigenlijk zonder plan begint te schrijven en wel ziet waar het verhaal naartoe gaat. Het voordeel voor de plotter is dat je precies weet waar je naartoe gaat met je verhaal en je dus makkelijker kan schrijven. Maar er is ook een nadeel: je kan je teveel vasthouden aan het plan en daardoor alsnog vastlopen.
Daarom pleit ik voor een combinatie tussen plotter en pantser: de plantser. Wat houdt dat precies in? Je zet een goede basis neer voor jouw verhaal (als plotter), maar je zorgt daarbij ook voor voldoende ruimte die je later nog kan invullen tijdens het schrijven (als pantser dus).
In de online training Een vliegende boekstart zet je deze basis voor jouw verhaal neer aan de hand van theorie en opdrachten.
Tip 3: vraag hulp
Hulp vragen is soms ontzettend lastig. Je moet namelijk toegeven dat je een boek aan het schrijven bent! Toch is het echt heel fijn om hulp te krijgen bij het schrijven van jouw boek. Het helpt je namelijk om die onzekerheid bij het schrijven te overwinnen.
Hulp vragen kan op verschillende manieren:
- Vraag iemand uit je omgeving om iets te lezen wat je hebt geschreven of om te sparren over jouw verhaalidee
- Vraag iemand die verder weg van je staat, zoals een collega, om feedback en sta open voor de feedback die je krijgt op jouw verhaal(idee)
- Zoek een proeflezer op Instagram, zoals Boekstagrammers en Boektokkers. Deze mensen lezen heel veel en kunnen dus waardevolle feedback geven op jouw verhaal
- Zoek een schrijfcoach die begeleidt tijdens het schrijfproces en die helpt om jouw onzekerheid tijdens het schrijven te overwinnen. Met het inschakelen van een schrijfcoach maar je een commitment aan jezelf dat het boek er nu echt gaat komen!
Beluister ook de aflevering Hoe pak je onzekerheid aan bij het schrijven? van Schrijfwonder de podcast.
Ben je op zoek naar een schrijfcoach? Bekijk hoe we samen aan de slag kunnen gaan! Of plan vrijblijvend een kennismaking in om te kijken wat je nodig hebt.
Geef een reactie